· 

Afvoerputje

Ik denk dat het voor veel mensen herkenbaar is: een plek in huis waar spullen worden neergezet, opgeslagen of ‘we-kijken-hier-later-nog-wel-eens-naar’. Door de tijd- oh die ondefinieerbare tijd- wordt de hoop ongebruikte spullen groter en groter. Een schroothoop. Een berg zooi. Een soort afvoerputje in huis waar alles naar toe gemikt wordt voor later gebruik of ‘te overwegen gebruik’. 

 

Wij hebben zo’n afvoerput. De zolder welteverstaan. Te bereiken via een vlizotrap. Alwaar dozen winterkleren, boeken, kampeerspullen, boeken, babygerei, boeken, kaarten, boeken, paperassen en – had ik het al gezegd?- boeken uitgestald staan. In dozen, bakken, vuilniszakken. Ter voorbereiding op onze grote uittocht ben ik alvast begonnen met het uitzoeken van spullen. Kleding naar de kringloop, sommige spullen op een niet nader te noemen digitaal handelscentrum. Spullen scheiden in dozen die we in Frankrijk nodig gaan hebben, die voor Senegal handig zijn en wat spulletjes die we in Nederland opslaan.

Het aller moeilijkste om uit te zoeken? De boeken. Nauwelijks opengeslagen studieboeken gaan nog wel. Evenals de duizend -op onze trouwdag gekregen- kookboeken . Maar die gedichtenbundels. Die gekregen boeken waar voorin de mooiste, persoonlijke boodschappen staan. Die boeken die je doen terugdenken aan een bijzondere periode in je leven. Nee. Die kan ik niet met droge ogen wegdoen.

 

Doet me denken aan een gedichtje van Rutger Kopland. 

Alles kan ik verdragen,

het verdorren van bonen,

stervende bloemen, het hoekje

aardappelen, kan ik met droge ogen

zien rooien, daar ben ik

werkelijk hard in. 

 

Maar jonge sla in september,

net geplant, slap nog,

in vochtige bedjes, nee. *

 

Vergankelijkheid spreekt uit dit gedicht. Kwetsbaarheid en het voorbijgaan van het leven. Maar ook nieuw leven, dat fragiel maar moedig de kop boven de grond uitsteekt. Zittend in het kolkende oog van onze afvoerput, kijkend naar alle spullen om me heen, besef ik: dit alles vergaat. ‘L’homme! Ses jours sont comme l’herbe.’ Wat heb je nu werkelijk nodig in het leven? Herinneringen, gebeurtenissen, gesprekken: die neem je mee op weg naar nieuwe avonturen. Prullaria uit een land waar je ooit geweest bent, tig fotolijsten en schilderijen waar je op uit gekeken bent: alleen maar ballast die zorgt voor opstopping in de afvoerput. Dus hup: in de kringloopdoos ermee. Weg met dat kampeerbestek. Kan ik iemand nog blij maken met een oude picknickmand? Hmm, misschien kan ik die nog wel een keer gebruiken. 

 

Wacht. 

Ik heb nog een paar maanden. We-kijken-hier-later-nog-wel-eens-naar. 

 

*Geen nood als je hier niks van snapt. Als je er zelfs niks aan vindt. Een enkeling in ons gezin heeft hier ook h-e-l-e-m-a-a-l niets mee. Ligt niet aan jou. Hoogstens een beetje aan je vroegere docent Nederlands. Die jou hier toch warm voor had moeten krijgen. 

Reactie schrijven

Commentaren: 3
  • #1

    Teuni ras (maandag, 23 juli 2018 13:11)

    Leuk om te lezen... eigenlijk moeten we allemaal vaker ons “afvoerputje” schoonmaken, ( en een ander er blij mee maken! )
    Een idee om alle persoonlijke boodschappen/gedichtjes die je tegenkomt te digitaliseren?
    Succes ermee, ( op die zolder van jullie is het nu toch ook wel een o
    ven?��)

  • #2

    Jacques (dinsdag, 21 augustus 2018 21:25)

    leuk geschreven zusje! mooi gedichtje ook ;)

  • #3

    Hennie (vrijdag, 21 september 2018 19:02)

    Wat een schrijftalent.
    Wie weet ga je zelf nog eens boeken schrijven.
    Leuk om te lezen�